De Rechtbank Noord-Holland heeft vandaag 18 december 2024 uitspraak gedaan in de zaak waarbij Trannel International, opererend onder de naam Unibet, opnieuw heeft geprobeerd zich te voegen om invloed uit te oefenen op de prejudiciële vragen aan de Hoge Raad der Nederlanden. De rechtbank heeft dit verzoek wederom afgewezen, waarmee Unibet’s pogingen om directe betrokkenheid in deze kwestie te verkrijgen, zijn mislukt. Trannel is veroordeeld in de proceskosten.
Argumentatie afwijzing rechtbank Trannel
De rechtbank heeft de vordering van kansspelaanbieder Trannel afgewezen om zich te voegen in een zaak waarin prejudiciële vragen aan de Hoge Raad worden gesteld. De mogelijke precedentwerking van de antwoorden biedt onvoldoende grond voor voeging, omdat dit niet past binnen het wettelijke systeem. Artikel 393 lid 2 Rv voorziet al in een mogelijkheid voor inbreng van derden, waardoor het verzoek van Trannel ongegrond is verklaard.
De rechtbanken Amsterdam en Noord-Holland besloten in juni 2024 prejudiciële vragen voor te leggen aan de Hoge Raad om duidelijkheid te krijgen over de rechtspositie van gokkers die hun verliezen bij online kansspelaanbieders zonder vergunning willen terugvorderen. De antwoorden van de Hoge Raad moeten een einde maken aan de rechtsongelijkheid die is ontstaan door uiteenlopende uitspraken van verschillende rechtbanken.
De gezamenlijke uitspraak van de rechtbanken Amsterdam en Noord-Holland, waarin de definitieve prejudiciële vragen aan de Hoge Raad worden gesteld, wordt op 22 januari 2025 gepubliceerd.