28 februari 2025, CasinoZorgplicht. Bron: SBC News.
Het Hof van Den Haag heeft zich geschaard achter de Kansspelautoriteit (KSA) in een rechtszaak die was aangespannen door een gokexploitant uit Malta, nadat deze een vergunning geweigerd kreeg.
In 2023 probeerde de niet bij naam genoemde Maltese online gokaanbieder een certificering te verkrijgen waarmee het bedrijf consumenten op de Nederlandse markt mocht targeten. De toezichthouder wees de aanvraag echter af.
De reden voor de afwijzing was dat de betreffende exploitant niet slaagde voor de integriteitstoets van de KSA, een vereiste evaluatie die bepaalt of een aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor toetreding tot de Nederlandse markt.
Streng beleid of overhaaste beslissing?
Uit de toetsprocedure bleek dat de KSA cruciale informatie had opgevraagd over de betrokkenheid van een voormalig aandeelhouder bij het bedrijf.
Na beoordeling van de ingediende documentatie concludeerde de toezichthouder dat de informatie in de verklaringen van het bedrijf onjuist of onvolledig was, wat leidde tot de afwijzing van de vergunningaanvraag.
De gevraagde informatie had betrekking op de vermoedelijke betrokkenheid van de voormalige aandeelhouder bij de moord op een onderzoeksjournalist, die een corruptiezaak in Malta onderzocht.
Deze moordverdenking zou kunnen verwijzen naar de zaak van Daphne Caruana Galizia, die in 2017 werd gedood door een autobom terwijl zij onderzoek deed naar mogelijke connecties tussen Maltese regeringsfunctionarissen en de Panama Papers.
“Volgens de gedaagde [KSA] is er een ernstig risico dat de vergunning ook zal worden gebruikt voor criminele activiteiten, omdat de eiser nog steeds een relatie onderhoudt met zijn voormalige aandeelhouder,” zo valt in de uitspraak te lezen.
De rechter oordeelde in lijn met de conclusie van de KSA dat de gebrekkige informatieverstrekking de betrouwbaarheid van de exploitant in twijfel trekt. Volgens de KSA is dit de eerste keer dat een rechtbank een uitspraak doet over de integriteitstoets van een online gokexploitant.
De exploitant heeft de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen de uitspraak.
